Rouwtekstjes

01.

Achter je ligt een leven van werken en van plicht
en juist dat bepaalde in alles jouw gezicht.
Flink was jij je hele leven,
moedig ben je tot het einde gebleven.
Flink wil je nu dat wij zullen zijn,
maar afscheid nemen doet ons zo'n pijn.

02.

Afscheid nemen is met dankbare handen
meedragen al wat herinnering waard is.

03.

Afscheid nemen,
is met zachte vingers
wat voorbij is
dichtdoen
en verpakken
in de goede gedachten
ter herinnering.

04.

Al hield je nog zoveel van het leven,
je had het niet in eigen hand.
Ongevraagd moest je het verlaten
en wij staan machteloos aan de kant.

05.

Als een bloem zo is het leven.
't begin is teer en klein.
De een die bloeit uitbundig,
de ander geurt heel fijn.
Sommige bloemen blijven lang,
weer anderen blijven even.
Vraag niet bij welke bloem je hoort,
dat is 't geheim van het leven.

06.

Als het leven je ontglipt
en de dood is zo dichtbij,
dan verdwijnt de woede
en voel je je vrij.
De strijd is gestreden,
je hebt je best gedaan.
De pijn zou verdwijnen,
je wist dat je moest gaan.

07.

Als het lichaam niet meer wil
en het leven wordt een lijden,
kan men dankbaar zijn
dat God het komt bevrijden.

08.

Als het rouwrumoer rondom jou is verstomd.
De stoet voorbij is, schuifelende voeten,
dan voel ik dat er een diepe stilte komt.
En in die stilte zal ik jou opnieuw ontmoeten
en telkens weer zal ik je tegenkomen.
We zeggen veel te gauw, het is voorbij.
Hij heeft alleen je lichaam weggenomen,
niet wie je was, en ook niet wat je zei.
Ik zal nog altijd grapjes met je maken,
we zullen samen door het stille landschap gaan.
Nu je mijn handen niet meer aan kunt raken,
raak je mijn hart nog duidelijker aan.

 

- Toon Hermans -

09.

Als ik de dingen niet meer weet,
als ik de namen niet meer ken
en wat ik weet meteen vergeet,
zodat ik onherkenbaar ben,
denk dan aan de weg door mij gegaan.
Zo heb ik het niet voor niets gedaan.

 

- Ciska Lentze -

10.

Als ik dood ben, treur dan niet.
Ik ben niet echt dood, moet je weten.
Het is mijn lichaam dat ik achterliet.
Dood ben ik pas als je mij bent vergeten.

 

- Bram Vermeulen - 

11.

Als je in je levensstrijd
warmte om je hebt verspreid,
als je iemand die daar treurt,
hebt getroost en opgebeurd,
als je hielp waar je dat kon
aan wat licht en aan wat zon,
als je een goed voorbeeld geeft,
heb je niet voor niets geleefd.

12.

Bedankt voor je liefde, je trouw, je eerlijkheid,
voor de lach van bijna iedere dag,
voor het geluk dat je ons hebt gegeven.
Deze dingen duren altijd te kort.

13.

Beetje bij beetje moesten we je verlaten.
We konden uiteindelijk niet meer met je praten.
Die blik, die stilte, dat deed vaak zeer.
De mama van vroeger was je niet meer.
We zagen heel goed je stille verdriet,
maar helpen konden we je niet.

14.

Belangrijk is niet alleen de weg die je gaat,
maar ook de sporen die je achterlaat.

15.

De leegte zonder jou
is met geen pen te beschrijven.
De leegte zonder jou
zal altijd bij ons blijven.
Maar veel fijne herinneringen
verzachten onze smart.
Voorgoed uit ons midden,
maar altijd in ons hart.

16.

De mensen van voorbij,
zij worden niet vergeten.
De mensen van voorbij
zijn in een ander weten.
Bij God mogen zij wonen,
daar waar geen pijn kan komen.
De mensen van voorbij
zijn in het licht, zijn vrij.

17.

De poort naar volwassenheid
stond voor hem open.
Het heeft niet zo mogen zijn.
Zijn blauwe ogen voorgoed gesloten.
Dit doet zo'n pijn.

18.

Denk aan mij terug,
maar niet in de dagen van pijn en verdriet.
Denk aan mij terug in de stralende zon,
hoe ik was toen ik alles nog kon.

19.

Een geest zo sterk als een beer.
Een lichaam uiteindelijk toch te teer.
Een wijsheid niet te evenaren.
Een wilskracht haast niet te bedaren.
Een vechtlust bijna niet te temmen.
Alleen iets bovenmenselijks kon dit leven remmen.

 

- Hermien Lok -

20.

Een hand, een woord, een gebaar doen zo goed,
als je iemand die je lief hebt, verliezen moet.
De lege plek, het doet zo'n pijn,

maar in gedachten zal hij altijd bij ons zijn.

21.

Een moeder sterft altijd te vroeg,
al wordt zij nog zo oud.
Je bidt dat God haar sparen zal,
omdat je van haar houdt.

Maar als de dagen knellen gaan,
zij ziek wordt, moe en benauwd,
bid je dat God haar halen zal,
omdat je van haar houdt.

22.

Elk afscheid is de geboorte
van een herinnering...

23.

Er is niets dat moeilijker is
dan de dingen te wensen en
te aanvaarden zoals ze zijn.
Wij vragen allemaal "waarom"?
Het antwoord verstilt,
daar er geen antwoord is.

24.

Er zijn geen woorden voor een zieke
van wie je weet, hij redt het niet.
Je streelt zijn wang, je ziet zijn ogen,
je bent bevangen door verdriet.
Toch ben je dankbaar voor z'n einde
dat na zoveel moedig strijden kwam.
Omdat het niet alleen zijn leven,
maar ook zijn lijden overnam.

25.

Ga nooit weg zonder te groeten.
Ga nooit heen zonder een zoen.
Als je het noodlot zult ontmoeten,
kun je het nooit meer doen.
Ga nooit weg zonder te praten,
dat doet soms een hart zo'n pijn.
Wat je 's morgens hebt verlaten,
kan er 's avonds niet meer zijn.

 

- Toon Hermans -

26.

Gek is dat, dat soms de sterren
mij wat liefde kunnen schenken,
want als ik naar de sterren kijk
moet ik altijd aan je denken.

27.

Groot was zijn liefde.
Groot het verdriet.
Mooi de herinneringen
die hij achterliet.

28.

Hebben woorden wel waarde
voor wie verstomd is en verdoofd?
Doet medeleven er nog toe
voor wie een leven heeft verloren?
Maar heus....
ik voel de stilte in je hart,
de woede in je hoofd
en kan je tranen horen.
Veel sterkte!

29.

Heel bijzonder, heel gewoon,
gewoon een heel bijzondere man...

30.

Herinneringen zijn de lichtpuntjes

in deze duisternis.
Sterkte gewenst bij dit groot gemis!

31.

Het is ons maar geleend
de vele mooie dingen.
Ons onbetwistbaar eigendom
zijn de herinneringen.

32.

Het verlies was er al voor het einde.
Het verdriet voordat het afscheid kwam.
Toen die onzekere verwarring
bezit van jouw gedachten nam.
Maar als we je bezochten, elke keer,
dan was er steeds die glimlach weer.
We voelden mee met je stil verdriet.
Nu rouwen wij, maar treuren niet.

33.

Hij was er altijd,
voor iedereen,
met raad en daad.
Nog zoveel te doen,
zoveel te geven.
Nog niet klaar
in dit leven.

34.

Ik heb het leven liefgehad,
zo omarm ik ook het eeuwige.
Wie mij liefheeft, heeft ook het leven lief.
Heb verdriet, maar vind het plezier weer terug,
alleen om mij dat plezier te doen.

35.

Ik kan helaas geen afscheid nemen.

Ik kan helaas niet bij je zijn.

Maar ik denk aan jou en voel de pijn,

pijn die een leven lang zal duren.

Het had ook anders kunnen zijn...

36.

In onze gedachten was je.
In onze gedachten ben je.
In onze gedachten zul je altijd blijven.

37.

Je bent er niet meer,
het is voorbij.
Al wat je deed,
dat was voor mij.
Voor jou is nu de strijd gestreden,
maar in mijn hart
bewaar ik het verleden.

38.

Je bent er niet meer
en toch zal ik je groeten,
je elke dag weer
vele malen ontmoeten.
Je handen, je lippen, je lach,
je bent bij me
iedere dag.

39.

Je verleden bestond uit werken

en een groot besef van plicht.
Dit alles bepaalde steeds weer jouw gezicht.
Je was een man van weinig woorden,
herkenbaar voor hen die echt bij je hoorden.
Een vriend, oprecht, waar je altijd op kon bouwen,
jouw woord gaf ons een grenzeloos vertrouwen.
Bescheidenheid stond in het vaandel van je leven,
liefde en vriendschap, dat is wat je altijd hebt gegeven.

40.

Je was een rots in de branding
en koerste recht door zee.
Je trotseerde storm en golven,
alleen... je had de wind niet mee.

41.

Jouw sterven is zo moeilijk te verwerken.
Het doet nog zoveel pijn.
Te moeten leven met de gedachte
dat jij nooit meer bij me zult zijn.

42.

Kort was je tijd.
Groot was je inzet.
Opgewekt en spontaan
ben je van ons heengegaan.

43.

Langzaam ben je van ons weggegleden.
Elke dag een beetje meer.
Telkens werd je weer iets ontnomen,
dat deed jou en ons zo'n zeer.
Het is een gemis, een stille pijn,
dat je nooit meer bij ons zult zijn.

44.

Leven is als sneeuw,
je kunt het niet bewaren.
Troost is dat jij er was,
uren, maanden, jaren.

45.

Midden in 't leven
nog zoveel te geven.
Idee en plannen te over,
in één keer voorbij.
Voor ons was je een kei,
enig in je soort.
We zetten ons leven
in jouw gedachten voort.

46.

Mijn liefde blijft aanwezig,
zal niet worden uitgeblust.
Maar er is geen hand meer in de mijne,
geen mond meer die mij kust.
Geen lach meer in de verte,
geen streling door mijn haar.
Niet meer samen zitten
en kijken naar elkaar.
Onwerkelijk is nog het gemis,
maar ik moet nu leven
met hoe eenzaam, eenzaam is.

47.

Moeder zijn, is alles geven.
Zorgen, lijden, liefde en leven.
Moeder zijn, is alles derven
alles.... en tevreden sterven.

48.

Moeder,
omdat jij de ader was waaruit wij groeiden,
omdat jij de bodem was waaruit wij bloeiden,
omdat jij wist wat ons kon deren,
zullen wij je altijd eren.

49.

Niemand die het weten kan
hoeveel ik van je hou.
Niemand die mij troosten kan
in mijn verdriet om jou.
Niemand die begrijpen zal
hoe vreselijk ik je mis.
Niemand die beseffen zal
hoe erg die pijn wel is.

50.

Niets is zinloos
wanneer het
een herinnering
nalaat.

51.

Nooit klagend, nooit vragend,
zijn lasten in stilte dragend.
Zijn handen hebben voor ons gewerkt.
Zijn hart heeft voor ons geklopt.
Zijn ogen hebben ons tot het laatst gezocht.

Rust nu maar zacht, papa!

52.

Nooit meer je bulderende lach
Nooit meer je sterke verhalen
Nooit meer je humor
Nooit meer je nieuwe ideeën
Nooit meer "begrijp je wat ik bedoel"
Nooit meer....

53.

Nooit was iets teveel,
je bezat zoveel liefde
en wij kregen allemaal ons deel.
Er valt nu een groot gat
op de plaats waar eens
onze dierbare moeder en oma zat.
Je blijft altijd in onze harten voortbestaan,
ook al is het heel erg moeilijk
zonder jou verder te gaan.

54.

Omdat er liefde is,
bestaat er geen voorbij.
In alle eeuwigheid ben jij.

55.

Optimistisch tot het laatste.
Niet moeilijk maken voor je naasten.
Gesloopt van al je krachten
bleef je op een betere dag wachten.
Wij waren jouw lust en je leven,
maar er is geen tijd meer gegeven.
Jij streed vol moed en kracht,
lieve schat, rust nu maar zacht.

56.

Plotseling ging je heen,
nu ben ik alleen.
Onuitsprekelijk verdriet,
vergeten zal ik je niet.

57.

Samen plezier, samen op reis,
samen een éénheid, samen eigenwijs,
samen kwaad en samen goed,
samen verdriet en samen weer moed.
Nu verder zonder hem, dat doet pijn,
te weten nooit meer samen te zijn.

58.

Soms horen mensen duidelijk bij elkander.
Je kunt het zien - die twee dat is een paar.
De een is wel de één, maar óók de ander.
Soms horen mensen zichtbaar bij elkaar.

 

- Toon Hermans -

59.

Soms is er zoveel wat we voelen,
maar zo weinig wat we kunnen zeggen...

60.

Sterven doe je niet ineens,
maar af en toe 'n beetje.
En alle beetjes die je stierf,
't is vreemd, maar die vergeet je.
Het is je dikwijls zelfs ontgaan,
je zegt ik ben wat moe,
maar op 'n keer dan ben je aan
je allerlaatste beetje toe.

 

- Toon Hermans -

61.

Stil ben je van ons heengegaan.
Je hebt altijd voor ons klaargestaan.
Geborgenheid en liefde heb je ons gegeven,
zo was je hele leven.
Je was een schat voor ons allen.
Jou te moeten missen zal ons zwaar vallen.

62.

Veel gelukkige jaren waren we samen.
Samen waren we één,
maar nu jij er niet meer bent,
moet ik verder zonder jou,
dus alleen.

63.

Veel heb je ons gegeven,
veel heb je voor ons betekend,
plotseling uit ons leven gedreven,
blijf je in onze harten leven.

64.

Waar mensen mensen zijn
die elkaar verstaan,
waar liefde liefde is,
daarheen wil ik gaan.
Waar het eeuwig vrede is,
waar de zon schijnt,
waar een nieuwe wereld is,
die niet meer verdwijnt.

65.

Waarom al dat vechten,
waarom al die pijn?
Je wilde hier niet weg,
je wilde bij ons zijn.
De strijd was oneerlijk
en geheel niet terecht.
Je wilde nog graag verder,
maar verloor dit gevecht.

66.

Waarom zijn er zoveel vragen?
Waarom is er zoveel pijn?
Waarom zijn er zoveel dingen
die niet te begrijpen zijn?

67.

Wanneer je verdrietig bent,
blik dan opnieuw in je hart
en je zult zien dat je weent
om wat je vreugde schonk.

68.

Wat was zij sterk en arbeidzaam.
Wat heeft zij voor ons klaar gestaan.
Haar zorg en liefde zullen we nooit vergeten.
Van haar verdriet alleen het topje weten.
Sterk en moedig droeg zij haar lot
tot 't afscheid van ons, 't welkom bij God.

69.

We hielden innig van je
echtheid en waarheid.
Mens zonder franje,
ondanks alles
op zo'n verlies nooit voorbereid.

70.

We staan niet altijd stil
bij het woord "samen",
maar het is een groot gemis
als "samen" uit je leven is.

71.

Wij vinden geen woorden om te zeggen
hoe wij haar zullen missen.
Het diepste gevoel is moeilijk uit te leggen,
het hart spreekt een niet te spreken taal.
Dit sterven is zo moeilijk te verwerken,
haar leven was ons zoveel waard.
Het liefste wat wij hadden,
blijft in ons hart bewaard.

72.

Woorden zullen nooit in staat zijn
gevoelens uit te drukken zoals ze bedoeld zijn.
Er zullen ook nooit genoeg woorden voor zijn....

73.

Zo plotseling ben je van ons heengegaan,
daar heeft niemand ooit bij stilgestaan.
Wat in onze herinnering blijft is je lach.
Je genoot van het leven.
Bedankt voor alles wat je hebt gegeven.

74.

Zoals een boot heel langzaam
achter de horizon verdwijnt,
zo hebben wij de laatste jaren
stap voor stap
afscheid van je moeten nemen.
Wat blijft zijn onze herinneringen.

75.

Zwaar werden de dagen
en lang duurde de nacht.
Hoe moeilijk is het vechten
bij het ontbreken van de kracht.
Maar ondanks je verlies
van de strijd om het leven,
heb je ons een heel stuk geluk
en ontzettend veel liefde gegeven.

naar boven

Om u beter van dienst te zijn, maakt deze website gebruik van cookies. Als u verder surft op deze website gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.